CDA-Kamerlid Hilde Palland benadrukt gezamenlijke verantwoordelijkheid

DEN HAAG, maandag 19 april 2021

‘Het soepeler maken van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) voor familiebedrijven is in het belang van zowel werkgevers als werknemers. Deze regeling staat echter om onjuiste redenen op de tocht. Het CDA heeft zich afgelopen periode hard gemaakt voor familiebedrijven en voor deze regeling. Onze insteek is juist dat deze beter moet worden gefaciliteerd door de overheid.’

Dat stelt CDA-Kamerlid Hilde Palland strijdlustig naar aanleiding van haar Initiatiefnota Familiebedrijven. De regeling moet voorkomen dat het voortbestaan van een bedrijf gevaar loopt bij opvolging door het ondernemingsvermogen grotendeels vrij te stellen van schenk- en erfbelasting.

Hofleverancier van schatkist

Palland: ‘Vaak wordt het beeld geschetst dat deze regeling familiebedrijven zou bevoordelen. Echter uit diverse onderzoeken blijkt dat de regeling gewoon noodzaak is als we een toekomst aan familiebedrijven in Nederland willen geven. Ruim 30% van de familiebedrijven komt in gevaar bij de afschaffing van de BOR en bijna de helft verwacht negatieve impact op de werkgelegenheid, innovatie en Nederlandse concurrentiepositie. Bijna 25% voelt zich gedwongen tot verkoop aan een derde; einde familiebedrijf dus.’

‘De regeling is best complex en misbruik moet uiteraard voorkomen worden en daarom kan het overleg met  de Belastingdienst makkelijk jaren duren. En zolang je geen goedkeuring hebt over de fiscale vrijstelling kun je als ondernemer niets. Niet investeren, geen plannen maken, geen overnames doen. Kortom, je bedrijf staat stil en de kans is groot dat je daardoor je concurrentiepositie verliest en banen moet schrappen in plaats van werkgelegenheid te creëren. Dat is weer slecht voor onze economie. Want familiebedrijven zijn hofleverancier van de schatkist. Bijna 70% van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat uit familiebedrijven. Deze 272.000 bedrijven zijn verantwoordelijk voor zo’n 2,2 miljoen banen en meer dan 400 miljard omzet. Dus zowel werkgevers als werknemers hebben belang bij een soepelere BOR.’

Geen hypotheek

‘Ook raakt gedoe rondom de bedrijfsopvolging jonge bedrijfsopvolgers soms persoonlijk’, vertelt Palland. ‘In een gesprek met jonge transportondernemers kwamen verhalen naar boven waarbij een hypotheekaanvraag werd geweigerd omdat bijvoorbeeld voor de aandelenoverdrachten een holding was opgericht en ondanks het al 50-jarig bestaan van het bedrijf deze holding nieuw was en dus een belemmering voor de jonge ondernemer om een hypotheek te verkrijgen. Zolang er geen duidelijkheid is over de fiscale vrijstelling kunnen er belemmeringen zijn een hypotheek of lening af te sluiten terwijl een gewone werknemer dat wel kan. Dat is natuurlijk heel oneerlijk. Ondernemers van familiebedrijven zijn de helden van de economie. Zij bouwen altijd aan lange termijn groei voor de volgende generatie, ze zijn koploper in innovatie en het creëren van banen.

Reddingsboei

Daarnaast wil Hilde Palland ook de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) aanpassen. ‘Met deze regeling heeft het kabinet een prachtige reddingsboei uitgeworpen naar ondernemers. Er is dankbaar gebruik gemaakt van de regeling om zoveel mogelijk werknemers in dienst te kunnen houden en daarmee massawerkloosheid te voorkomen. Het is een goede zaak dat het kabinet snel de steunmaatregelen voor bedrijven en hun werknemers heeft georganiseerd en de steun doortrekt. Hoe pijnlijk ook voor ondernemers die door de alsmaar voortdurende lockdown het niet meer konden uitzingen en alsnog het bijltje erbij neer moesten leggen. Ik heb groot respect voor deze keiharde werkers die hun levenswerk in rook op zagen gaan.’

Volgende crisis

Niettemin vindt Palland de NOW-regeling geen blijvende regeling. Volgens Palland heeft de NOW prima zijn dienst bewezen tijdens de coronacrisis maar is het nu tijd voor een structurele maatregel. ‘Onze economie moet wendbaar en weerbaar zijn, ook om de schokken van een volgende crisis beter op te kunnen vangen. Er zullen zeker nog meer tijden van economische terugval aanbreken. Daar moeten we op voorbereid zijn.’

Deeltijd-ww

Palland is daarom voorstander van een permanente deeltijd-WW naar Duits voorbeeld, de ‘kurz-arbeit’. Met een deeltijd-WW kan een werknemer de werktijd van zijn personeel tijdelijk bekorten. Voor de uren die bekort worden, kan de werknemer aanspraak maken op een WW-uitkering. Deze regeling moet ervoor zorgen dat gezonde bedrijven een tijdelijke situatie van minder werk kunnen overbruggen zonder werknemers te ontslaan.

Arbeidsfit blijven 

‘Werknemers leveren een deel van hun WW-rechten in, maar blijven in dienst. De ruimte die zo ontstaat, wordt gebruikt om je waardevol te maken voor de arbeidsmarkt. In tijden van economische terugval moet iedereen verantwoording nemen. Een werknemer dient de ontstane ruimte te benutten om zich verder te ontwikkelen en arbeidsfit te blijven, bijvoorbeeld door het volgen van opleidingen en trainingen om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen die de werkgever goed kan gebruiken. De werkgever heeft de morele plicht om werknemers de kans op ontplooiing en verdieping te bieden. Het moet goed tussen onze oren zitten dat we dit samen moeten doen.’

Concurrentiekracht

‘De belangen van bedrijven en werknemers zijn immers gedeelde belangen en niet tegenovergesteld. Laten we dat uitgangspunt ook in een permanente deeltijd-WW vormgeven. Juist onze economie, met van oudsher een sterke regionale maakindustrie in bijvoorbeeld Twente en rond Eindhoven, is gebaat bij een dergelijke regeling. Een regeling voor permanente deeltijd-WW is cruciaal voor de toekomst, ook vanwege een gelijk speelveld en het versterken van onze internationale concurrentiekracht.’

Laat een reactie achter