Kandidaat-Kamerlid wil kloof tussen bedrijven en (v)mbo beslechten

UTRECHT, 4 februari

Het wordt oppassen in Den Haag met de komst van de nummer 14 van de CDA-kieslijst. Deze Cruijffiaanse plek voorspelt heel wat magie. Derk Boswijk (31) wordt niet de koning van het voetbalveld maar van de Haagse arena. De strijdlustige reserveofficier en ondernemer pingelt alle tegenstanders voorbij en weet toch ieders sympathie te winnen. Onder zijn lijsttrekkerschap veroverde het CDA in 2019 vijf zetels in de Provinciale Staten. 

De 31-jarige ijzervreter voert een onverschrokken strijd om techniek weer in de frontlinie van het onderwijs te krijgen. ‘Ik ga naar Den Haag met twee ambities. Allereerst gedegen technisch onderwijs hoog op de politieke agenda te zetten. Ten tweede de Haagse bubbel doorprikken en politici de wereld eens laten bekijken door de ogen van een ondernemer. Nu worden er vaak besluiten genomen waarvan ik denk: ‘Meen je dat nou serieus? In welke wereld leef jij?’ Gelukkig hebben we staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken die zich als een van de weinigen in het Kabinet hard inspant voor ondernemers. Ik verheug me er al op om samen met haar in de Haagse arena te knokken voor al die hardwerkende mkb’ers die zich te weinig gehoord voelen.’

In het dagelijks leven is Derk naast vader van twee prinsesjes ook deels in loondienst en deels projectontwikkelaar. Daarnaast zit deze wandelende Red Bull ook nog in het bestuur van de basisschool van zijn dochters. 

Energietransitie

‘Als het gaat om gedegen technisch onderwijs zijn we eigenlijk al te laat. Het opleiden van een goede mbo’er techniek duurt 4 jaar terwijl we ze nu keihard nodig hebben. Onze ambitieuze plannen zoals de energietransitie kunnen we niet uitvoeren zonder techneuten. Maar waar halen we die vandaag als we er nu al 50.000 te kort hebben. Het correct plaatsen van een warmtepomp is een ingenieus karwei. Daar heb je een gedegen opleiding voor nodig.’ 

‘Dat kan alleen als bedrijven en scholen innig gaan samenwerken. In mijn provincie Utrecht hebben we daar vooruitstrevende resultaten mee geboekt. Dat kan op landelijke schaal ook. Er moeten wel barrières worden beslecht op scholen. Die zijn huiverig van inmenging door bedrijven en leraren voelen zich soms ondermijnd in hun kennis als er een expert uit het veld voor de klas staat.’

‘Het is mooie is juist dat je beide kunt inspireren. Zowel de leerling als de leraar leren de fijne kneepjes van de nieuwste technieken. Als leraar moet je de bereidheid van bedrijven om deskundigheid te delen in praktijklessen omarmen. Iedereen begrijpt dat een vakman die elke dag in de werkplaats bezig is of onderweg met een klusbus meer ervaring heeft dan een leraar. En de vakman is op zijn beurt geen didactisch deskundige. Samen vormen ze een magische combinatie om leerlingen te laten schitteren in techniek.’

‘In Utrecht heb ik mee mogen werken aan het realiseren van prachtige projecten zoals de TechnoHub in Woerden, het MAKE Center in Nieuwegein en Makerspace in Mijdrecht. Een deel van de Makerspace wordt betaald vanuit de MKB-deal die werd gesloten met de provincie Utrecht. Allemaal pareltjes voor de maakindustrie. Wat is er nou leuker om kinderen enthousiast te maken voor techniek dan ze te leren te printen in 3D of te snijden met laserstralen. Goed technisch onderwijs voor (v)mbo’ers is niet alleen in het belang voor onze economie maar ook om iedereen mee te krijgen in onze samenleving.’

Wanhoop om stageplek

Boswijk heeft een groot hart voor het (v)mbo. ‘Ik heb zelf mbo bouwkunde gedaan. Ik moest verplicht een half jaar stage lopen en hoopte dat ik dan bij dat bedrijf kon blijven werken. De waarheid was minder rooskleurig. Het lukte mij evenals mijn tientallen medescholieren niet eens om een stageplaats te bemachtigen. Ik heb tientallen brieven gekregen en evenzoveel keer afgewezen als ik al een brief terug kreeg. Ik begon mijn eigen bedrijf in bouwtekeningen om zo ervaring op te doen en mijn diploma te halen. Andere studenten haakten af en verlieten de opleiding zonder papiertje. Ik heb uiteindelijk nog mijn master’s gehaald in stedelijke ontwikkeling.’

‘Sindsdien weet ik dat het anders moet. Technische opleidingen moeten aansluiten op het bedrijfsleven. De kloof was te groot. Onderwijsinstellingen waren de connectie met bedrijven kwijt geraakt. Sterker nog onderwijsinstellingen vinden het inrichten van technieklokalen te duur en hebben deze massaal wegbezuinigd. Het is goedkoper om iemand op te leiden voor de ICT. Veel vmbo’ers kiezen voor economie. Dan word je opgeleid voor werkloosheid. Want door de automatisering en het zelf regelen via Internet is er minder vraag naar administratieve krachten, reisconsulentes en secretaresses. Wat we wel nodig hebben zijn monteurs autospuiters, loodgieters…’

Laat een reactie achter