De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is een heet hangijzer bij ondernemers. Deze regeling was bedoeld om de volgende generatie een ruime fiscale vrijstelling te bieden bij de overname van het familiebedrijf. Dit met als doel om het bedrijf niet in gevaar te brengen. Het wegvallen van de BOR kan reden zijn voor ondernemers om hun bedrijf nog niet aan hun opvolgers over te doen of af te zien van overnames die nadelig uitpakken voor de opvolging.

‘Dit raakt het CDA in de kern’, stelt fiscalist Douwe de Vries. ‘We bouwen een toekomst voor onze kinderen. Die moeten er dan mee aan de slag kunnen zonder eerst af te moeten rekenen. En een simpel rekensommetje leert dat dit mogelijk is. Een eerlijke regeling is beter dan de door de overheid voorgestelde versobering van de BOR. Daardoor zakt Nederland helemaal naar onderen in het lijstje van aantrekkelijk ondernemersklimaat in Europa. Als ik een zetel krijg in de Tweede Kamer ga ik me hard maken voor een eerlijke BOR-regeling geheel in overeenstemming met ons verkiezingsprogramma.’

Voorkeursstemmen

De Vries staat op nummer 43 van de kieslijst. Niettemin probeert hij met voorkeursstemmen van vooral ondernemers een zetel in de Tweede Kamer te bemachtigen. Dat doet hij door vooral op inhoud te gaan zitten. De voormalige CFO en ondernemer werkt momenteel bij de Belastingdienst als Fiscalist en Klant coördinator Grote Ondernemingen Groningen en daarvoor als ondernemer. Eerder pleitte hij al op deze website voor een fiscaal handboek om het vertrouwen tussen Belastingdienst en ondernemer handvatten te geven. 

Schatkist

De Vries verwijst naar het Bouwstenenrapport. Daarin wordt berekend dat de schatkist een financieel voordeel heeft van 290 miljoen euro bij afschaffing van de vrijstelling in de BOR. ‘Dat lijkt een groot bedrag, maar dit valt in het niet bij de 403 miljard euro omzet die Nederlandse familiebedrijven omzetten. Het risico bestaat dat familiebedrijven door het op de tocht staan van de BOR-regeling niet, zoals ze gewoon zijn, op de lange termijn kunnen denken en doen waar ze het liefst mee bezig zijn: ondernemen. Juist nu, in een tijd waar de betrouwbaarheid van de overheid meer dan ooit herwonnen dient te worden, is het zaak om betrouwbaarheid en een lange termijnperspectief aan ondernemers en hun gezinnen te bieden. Familiebedrijven hebben behoefte aan een goed doordacht fundament, niet aan losse bouwstenen waarmee lukraak aan de haal kan worden gegaan. Zij willen plannen kunnen maken, de werkgelegenheid kunnen blijven garanderen en de prachtige machine die het MKB-Nederland is weer op stoom brengen, zeker nu, nu in de verte het einde van de coronacrisis gloort.’

Beleid loopt achter

Volgens De Vries loopt het overheidsbeleid achter op de maatschappelijke ontwikkelingen. Hij maakt zich zorgen dat ons belastingstelsel niet in de pas loopt bij een snel veranderende wereld. ‘De ongelijkheid neemt toe, de bevolking vergrijst, bedrijfsmodellen veranderen en op dit moment zitten we midden in de coronacrisis. Beleid loopt achter op de maatschappelijke ontwikkelingen. Dat geldt ook voor ons belastingstelsel. Het levert knelpunten op, nationaal en internationaal. Die knelpunten zijn mede aanleiding geweest voor het rapport ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ van het Ministerie van Financiën. Dit rapport biedt naar eigen zeggen opties voor een fundamentele hervorming van het belastingstelsel. Het is natuurlijk goed en wenselijk dat een nieuw belastingstelsel een antwoord biedt op de uitdagingen van deze tijd, maar het mag nooit verworden tot een keuzemenu waaruit politieke partijen naar hartenlust en willekeur beleidsopties selecteren ten gunste van hun eigen politieke programma.’

Familiebedrijven spil economie

Bijna 70% van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat uit familiebedrijven. Deze 272.000 bedrijven zijn verantwoordelijk voor meer dan 400 miljard omzet. Zulke bedrijven onderscheiden zich door flexibiliteit, financiële onafhankelijkheid en snelle besluitvorming en bovenal continuïteit. 

‘Het lange termijn denken en het doorgeven van het bedrijf aan de volgende generatie staan centraal. De BOR is in het leven geroepen zodat de continuïteit van ondernemingen niet in gevaar komt door het voldoen van de verschuldigde belasting aan de fiscus na een overdracht aan de volgende generatie. Getuige het voorstel in het Bouwstenenrapport tot versobering van deze BOR-regeling, wordt deze regeling echter als een fiscaal privilege ervaren. Niets is minder waar.’

Belgen doen het slimmer

De regeling is zo opgebouwd, dat bij schenking of vererving naar de volgende generatie 1,1 miljoen euro aan ondernemingsvermogen is vrijgesteld van schenk- of erfbelasting en voor het meerdere een 83%-vrijstelling geldt. Voorwaarde hierbij is dat de volgende generatie de onderneming voortzet. Hierdoor kan het vermogen en de financiële slagkracht binnen het bedrijf blijven, waardoor het beschikbaar blijft voor het doen van investeringen, het inzetten van vernieuwingen, maar bovenal blijft zorgen voor de borging van de werkgelegenheid van het personeel, dat vaak al jaren bij deze bedrijven werkzaam is. Onze Zuiderburen verwoorden het doel van de soortgelijke regeling aldaar wellicht nog meer to-the-point, namelijk: ‘de continuïteit van Vlaamse ondernemingen bevorderen en zo een duurzame tewerkstelling realiseren, is een belangrijke doelstelling. Op dit ogenblik worden investeringen soms geremd, en daarmee de tewerkstelling, vanwege de successierechten.’

Internationaal

De Vries wil de BOR-regeling ook in internationaal perspectief bestuderen en vergelijken. ‘Nederlandse familiebedrijven concurreren immers vaak met buitenlandse bedrijven. Een versobering van de BOR hangt daardoor sterk samen met het Nederlandse investeringsklimaat. Uit een recent uitgevoerd onderzoek onder 10 Europese economieën, blijkt dat Nederland voor wat betreft de werkelijke, effectieve tarieven bij opvolgingsregelingen slechts plaats 9 inneemt qua gunstigheid voor de ondernemer. Daarmee is Nederland, in tegenstelling tot wat dus wordt gesuggereerd, slechts een middenmoter te noemen qua gunstig bedrijfsopvolgingsklimaat. De door de ambtenaren in de Bouwstenennotitie bepleite versobering zou bij toepassing dan ook leiden tot een regime waarbij Nederland met grote afstand het minst aantrekkelijke klimaat van de tien onderzochte landen zou krijgen.’

Overshoot

In het Bouwstenen-rapport wordt ook gesteld dat successievelijke verruimingen van de BOR in het verleden te ver zijn doorgeschoten en dat hierdoor vrijstellingen ook worden verleend daar waar dit niet strikt noodzakelijk is om een bedrijfsoverdracht mogelijk te maken. 

‘Aangezien de BOR alleen van toepassing is op de overdracht van ondernemingsvermogen, zou daarnaast ook een prikkel bestaan om beleggingsvermogen zoveel mogelijk voor te doen als ondernemingsvermogen. Een belastingregime dat rechtvaardig, betrouwbaar en uitvoerbaar is, ondersteunt familiebedrijven, ook op de lange termijn. Eventueel oneigenlijk gebruik kan en moet worden tegengegaan door de overheid. Echter het feit dat het maken van onderscheid tussen ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen bijzonder lastig is, zoals wordt gesteld in het Bouwstenen-rapport, mag nooit de reden zijn om een regeling die familiebedrijven helpt een cruciale rol te spelen in de Nederlandse economie en samenleving af te schaffen. Als er te veel verkeersovertredingen zijn op een weg, ga je extra controleren, leg je verkeersdrempels aan en sluit je sluiproutes af. Wat je niet doet is, is de weg afsluiten en het asfalt uit de grond halen!’


Fotobijschrift: 

Douwe de Vries bij zijn familiebedrijf Fortuin, de fabrikant van de bekende Wilhelmina pepermuntjes. Hij wil zijn bedrijf graag overdragen aan zijn kinderen, de 6e generatie, onder wie zijn zoon Durk (rechts). Maar dan moet de BOR eerst wel veiligheid bieden.

 

Laat een reactie achter