Algemeen

Vanuit de CDA Business Club is een lijst met voorstellen gemaakt om het ondernemen te stimuleren en tegelijkertijd onze welvaart te bevorderen. Daarnaast stelt de CDA Business Club een aantal algemene simpel te implementeren maatregelen voor die goed zijn voor een forse besparing voor de schatkist.

Nederland telt volgens het CBS zo’n 1 miljoen mkb-bedrijven, 52.000 bedrijven hiervan bieden werkgelegenheid aan 10-250 personen. Daarnaast zijn er nog eens ruim 1 miljoen zzp’ers.

Ondernemerspunten

  1. Erkenning: Stel Ministerie van Ondernemerschap in
  2. Banken: Faciliteer ondernemers vs banken
  3. Controle: Laat traditionele partners van ondernemers dat blijven en maak ze geen politie-agent van ‘Den Haag’
  4. ZZP: Creëer level playing field met zzp-ers. Bestrijd schijn-zzp-ers en behandel echte zzp’ers als echte ondernemers
  5. Loonkosten: Breng de ‘loonwig’ terug met 25% en beperk ziektedoorbetaling tot 1 jaar
  6. Belastingen: Wees een betrouwbare overheid met beloften over fiscale regelingen
  7. UBO: Beperk toegang tot register tot publieke instanties met gerechtvaardigd belang.
  8. BOR: Blaas de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) nieuw leven in

Ad 1. Ministerie van Ondernemerschap breekt lans voor motor economie

Het geld dat we in de zorg en onderwijs uitgeven, wordt verdiend door ondernemers. Om als lijsttrekker van het CDA duidelijk te maken dat je zeer veel waardering hebt voor de financiële ruggengraat van de samenleving, kunnen we het ministerie van Ondernemerschap instellen.

Dit moet een lean en mean ministerie worden. Geen log ambtenarenapparaat maar een kleine club voortvarende doeners die het mandaat hebben om knopen door te hakken. Dit ministerie gaat zich hard maken voor alle zaken waar ondernemers tegenaan lopen zoals het omgaan met banken, het eindeloos invullen van formulieren, steeds meer premies betalen etc. Het CDA heeft daar een heel plan voor ontwikkeld. Alle andere partijen denken dat Economische Zaken dit behartigt. Dit ministerie is echter druk met de energietransitie en beleid voor grote multinationals zoals Unilever. Daarom is er bij EZ geen oor meer voor de motor van de economie.

Ad 2. Faciliteer ondernemers in hun omgang met banken.

Banken bemoeilijken ondernemerschap eerder dan het te faciliteren. Het openen van een bankrekening wordt steeds moeilijker omdat banken verplicht zijn om ontzettend veel gegevens op te vragen. Het aanvragen van een lening kan alleen als er zekerheden worden gesteld zoals bijvoorbeeld de woning of de effectenportefeuille van de ondernemer. Deze zekerheden blijven bestaan tot de laatste cent is afgelost. Dat maakt het voor de ondernemer moeilijk om een nieuwe lening aan te gaan. Beter is het als zekerheden worden afgebouwd synchroon aan het aflossen van de lening. Dat geeft ondernemers ruimte.

Ook moeten banken worden verplicht om iedereen op dezelfde basis een hypotheek te verstrekken. Voor mensen in loondienst is het makkelijker een huis te kopen, terwijl ondernemers als een risico worden gezien. Door de hoge eisen wordt de kredietwaardigheid vaak verkeerd ingeschat en krijgen ze niet de hypotheek die recht doet aan de financiele situatie. Daarom voor iedereen dezelfde criteria.

Ad 3. Controle: Laat traditionele partners van ondernemers dat blijven en maak ze geen politie-agent van ‘Den Haag’

Vanuit de diverse overheidsinstanties worden vaak te makkelijk extra regels ingesteld die ondernemers heel veel administratieve rompslomp. Door de regeldruk hebben ondernemers al hun handen vol aan de documentatiedrang van accountants die vanuit hun aansprakelijk tot in detail willen worden geïnformeerd. Aan de extra regeldruk vanuit de overheid, een typisch Nederlands fenomeen, moet paal en perk worden gesteld en langzaam worden afgebouwd. Banken, accountants en fiscalist zijn door de regelgeving van de overheid in de rol van ‘politie-agent’ gemanouevreerd, terwijl ze juist steunpilaren moeten zijn. Ondernemers moeten als motor van onze economie worden gewaardeerd en vertrouwd en niet bij voorbaat al het stempel fraudeur krijgen.

Ad 4. Creëer een level playing field bij de ZZP: Schijn-ZZP’ers bestrijden en echte ZZP’ers behandelen als echte ondernemers

Lastenverzwaring vanuit de overheid op het gebied van werkgeverschap is een groot thema.  Het aantal ZZP-ers groeit hard ten koste van het aantal werknemers, een zorgwekkende trend wanneer we zorg willen dragen voor het vangnet dat werkenden in Nederland beschermt.

Wij vinden dat er – met de adviezen van de commissie Borstlap in de hand – een ‘level playing field’ moet worden gemaakt tussen bedrijven die werken met gewone werknemers in loondienst en ZZP-ers. Werkgeverschap moet aantrekkelijker worden gemaakt.

Misbruik van ondernemerschap aan de onderkant van de markt, moet in lijn met de commissie Borstlap worden bestreden. Er is een groep ZZP-ers dat leeft op fiscale voordelen, onvoldoende verzekerd is en geen arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluit. Kortom, ze wentelen het risico af op de samenleving. Het bestrijden van schijn-ZZP’ers moet echter hand in hand gaan met ondersteuning van de zelfstandigen die wel echte ondernemers zijn. Zij horen dezelfde (fiscale) rechten en plichten te hebben als een ondernemer

Ad 5. Breng de loonkostenwig omlaag met 25%

De zogeheten werkgeverswig is in de afgelopen jaren veel groter geworden.  Dit betreft het verschil dat werkgevers bruto aan hun werknemers kwijt zijn, inclusief werkgeverslasten, en het bedrag dat zij vervolgens netto ontvangen. Daardoor is het steeds duurder geworden om iemand in dienst te nemen, terwijl het salaris van iemand niet stijgt. Hierover is de laatste tijd ook een aantal verstrekkende en verbijsterende publicaties gedaan. Ons advies is om rigoureus te snijden in de kosten die deze wig met zich meebrengen en zodoende werkgeverschap weer aantrekkelijker te maken.

Een belangrijk punt hierbij is de twee jaar doorbetaling bij ziekte.  Kleine ondernemingen hebben grote moeite om hieraan te voldoen en faillissementen liggen dan snel op de loer. Het is belangrijk dat we de waarde van dit punt voor werknemers blijven afzetten tegen de lasten die werkgevers hier opbrengen.  De commissie Borstlap doet hiervoor ook goede voorstellen.

Ad 6. Belastingen : Overheid, wees betrouwbaar in je beloften!

Zoals afgesproken in het regeerakkoord gaat het belastingtarief op winst uit aanmerkelijk belang van 25% naar 26,25% in 2020. In 2021 wordt het tarief 26,90%. Dat zou in de pas moeten lopen met de belofte dat de vennootschapsbelasting (vpb) zou worden verlaagd van 25 naar 21,7%. Dit maakt de overheid onbetrouwbaar en versterkt het gevoel bij ondernemers dat ze de pinautomaat zijn van de regering. Ook wordt dit gezien als gebrek aan waardering voor het belangrijke werk dat ondernemers verrichten.

Kortom: kom belofte na om vpb te verlagen of draai de AB-verhoging terug.

Ad 7. Beperk UBO-register inzage tot publieke instellingen met gerechtvaardigd belang

De nieuwe UBO wetgeving doet geen recht aan de tendens dat privacy steeds belangrijker wordt gevonden in de samenleving. Privacy voor individuen heeft een hoge prioriteit maar voor ondernemers wordt daar lichtzinnig mee omgegaan.  Het lijkt op meten met twee maten. De huidige UBO-wetgeving heeft als doel de rotte appels eruit te halen, maar werkt als een kanon op een mug. Wij pleiten ervoor de inzage in het register dat ontstaat strikt te beperken tot publieke instellingen met een gerechtvaardigd belang. En dus niet voor iedereen.

Ad 8 : De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) nieuw leven inblazen en eerlijk toepassen

De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) geeft een ruime fiscale vrijstelling wanneer een volgende generatie het familiebedrijf overneemt. De regeling is bedoeld om bedrijven niet in gevaar te brengen bij een generatiewisseling. In de praktijk zeggen de adviseurs regelmatig tegen een strikte toepassing door de Belastingdienst te lopen. Dat kan reden zijn voor ondernemers om hun bedrijf nog niet aan hun opvolgers over te doen of om af te zien van overnames die nadelig kunnen uitpakken voor de opvolging.

Dit punt raakt het CDA in de kern: we bouwen een toekomst voor onze kinderen.  Die moeten er dan wel mee aan de slag kunnen zonder eerst af te moeten rekenen.